Aansluiten bij de mogelijkheden van de jongere in relatie met het paard en in het moment vraagt van de begeleider:
- kennis op het gebied van de mogelijkheden, beperkingen en behoeften van de deelnemer.
- kennis op het gebied van de mogelijkheden en behoeften van een paard.
- zelfkennis in het kader van overdracht en tegenoverdracht
- communicatievaardigheden met mens en met paard
- begeleidingsvaardigheden om in samenwerking met deelnemer en paard de gewenste doelen te bereiken.
- flexibiliteit en inspelen op wat er gebeurt.